Het maatschappelijke debat over stikstof zou enorm gebaat zijn als alle actoren kennis zouden hebben van het boek Stikstof, de sluipende effecten op natuur en gezondheid van Jan Willem Erisman en Wim de Vries. Het gesprek zou minder tussen doven gaan en het zou de weg naar goede oplossingen openen. Het is een complex vraagstuk, maar de oplossingsrichting is eigenlijk heel eenvoudig.
Jan Willem Erisman wordt in de media vaak de stikstof-professor genoemd. Met veel geduld en respect voor alle actoren beantwoordt hij vragen in de media en hij ondersteunt hij allerlei initiatieven van partijen op zoek naar bruikbare oplossingen. Bijvoorbeeld de Transitiecoalitie voedsel met het document: Regie op Ruimte. Wim de Vries heeft onlangs met Han Olf in dagblad Trouw een opiniestuk geschreven namens 36 hoogleraren om nu door te pakken en niet langer wetenschappelijke kennis over de stikstofproblematiek in twijfel te trekken. Alle aspecten van de huidige stikstofproblematiek komen in dit boek aan de orde. Het is een uiterst leerzaam boek. De problemen komen niet van pure stikstof. Dat maakt 78% van onze lucht uit en ademen we dagelijks in. Dat heeft geen negatief effect op de natuur of de mens. Het gaat om stikstofverbindingen, zoals ammoniak (NH3) en stikstofoxiden (NOx). Deze stikstofverbindingen zijn essentieel voor alle vormen van leven, maar zijn beperkt beschikbaar in de natuur. Ze kunnen vrijkomen bij vulkaanuitbarstingen, bliksemontladingen en de activiteit van stikstofbindende bacteriën. De natuur weet heel vindingrijk met de beperkte hoeveelheid stikstof om te gaan en dat heeft geleid tot grote biodiversiteit. Door de behoefte van op grote schaal voedsel te produceren moest er extra stikstof worden aangevoerd. De uitvinding van ammoniakproductie heeft geleid tot het maken van kunstmest. Daarmee kon de voedselproductie enorm worden uitgebreid. Vervolgens heeft verbranding van fossiele brandstoffen op grote schaal gezorgd voor de bijproducten CO2 en stikstofoxide. Door menselijk handelen wordt een broos natuurlijk evenwicht verstoord. Het is niet een probleem van de laatste jaren, zelfs niet van de laatste decennia. Al in 1969 was er een ambtenaar op het ministerie van landbouw die alarm sloeg over de te grote hoeveelheid mest. Kunstmest is een grote veroorzaker van teveel stikstof, maar ook het telen van planten als soja, bonen en klaversoorten. Die binden stikstof uit de lucht.
Van emissie tot depositie
De landbouw is verantwoordelijk voor 85% van de ammoniak. De helft daarvan komt voor rekening van koeien en 25% daarvan komt van varkens en pluimvee. Kunstmestgebruik levert een bijdrage ter grootte van de pluimveesector. In het boek onderbouwen de hoogleraren dat de overmaat aan stikstof niet alleen de natuur en biodiversiteit bedreigt, maar ook de kwaliteit van lucht en water en het klimaat. Het kabinet moet op drie schaakborden tegelijk spelen: aanpak klimaatbeleid, aanpak stikstof en het verbeteren van de waterkwaliteit in het kader van de Europese Richtlijn Water. De doelen voor de verbetering van de waterkwaliteit moeten in 2027 gerealiseerd zijn. De terugdringing van CO2 met 55% voor 2030. Daarom wil het kabinet de reductiedoelstelling van 50% voor stikstof versnellen van 2035 naar 2030. De mest van een koe zorgt voor emissie (uitstoot) van stikstof. Die stikstof gaat de lucht in en daalt weer neer op de grond (depositie). De precieze transitie van emissie naar depositie hangt af van weersomstandigheden en omgevingsfactoren als landgebruik. De hoogste depositie vindt plaats nabij de bron, maar is een klein deel van de totale emissie. Ongeveer 5% van de uitstoot levert de grootste belasting binnen 1 km. Het grootste deel van de uitstoot komt in hogere luchtlagen en verspreidt zich over een uitgebreid gebied. 20% verspreidt zich over een gebied van 100 km. De rest nog veel verder. Een melkveehouder binnen een kilometer van een Natura2000-gebied levert veel stikstofdepositie op. Een groot aantal van die piekbelasters zal op korte afstand van een Natura2000-gebied moeten verdwijnen. Dat zou kunnen door de veestapel in te krimpen, over te schakelen naar boeren zonder kunstmest en krachtvoer en het bedrijf te verplaatsen op ruimere afstand van een Natura2000-gebied of natuurgebied in het NNN (Natuur Netwerk Nederland). Op de website melkbedrijf.nl wordt voorgerekend dat er 2.339 melkveehouderijen binnen 1 kilometer liggen van een Natura2000-gebied. Dat is 15,7% van het totaal van de 14.898 melkveehouderijen.
De kern van het verhaal
Bij een te hoge stikstofdepositie ontstaat een overmaat aan stikstof in de bodem dat leidt tot vermesting en verzuring. Sommige planten gaan dan harder groeien en drukken andere weg. Als plantensoorten verdwijnen, kunnen de dieren die deze planten als voedselbron hebben niet overleven. Als er te weinig door de zon beschenen bodem of lage vegetatie overblijft, ruimen diersoorten die hiervan afhankelijk zijn, het veld. Uit het boek van Erisman en de Vries blijkt hoe ingenieus de natuur zelf voor biodiversiteit zorgt en hoe de mens het evenwicht verstoord. Dat hoeft niet rampzalig te zijn zolang er aandacht is voor balans en dat de mens snel ingrijpt bij een te grote onbalans. De ontwikkeling van de landbouw heeft lang gezorgd voor het in onbalans brengen van de biodiversiteit. Dat moet gerepareerd worden. Daarvoor zal die stikstofdeken fors moeten worden verminderd. En dat betekent niet langer om de hete brei heenlopen. Het Nederlandse grondgebied is te klein voor de intensieve veeteelt op de schaal van nu. Met het terugdringen van de veestapel kunnen twee grote boosdoeners van ammoniakuitstoot worden teruggedrongen: krachtvoer en kunstmest. De consequentie is dat we minder landbouwgoederen kunnen exporteren. Niks doen aan stikstof en focussen op alleen natuurbeheer levert geen oplossing. Een voorbeeld is het plaggen van heidegebied. Op die manier komt de heide wel weer terug, maar niet veel andere kruiden die wel in de vegetatie thuishoren. Dat heeft weer te maken met de verhouding stikstof en fosfaat. Alleen mikken op technologische vooruitgang is ook geen optie, een combinatie van alle opties daarentegen wel: minder export, krimp van de veestapel, terugdringen van het gebruik van kunstmest, krachtvoer en chemische bestrijdingsmiddelen, technologische vooruitgang en intensief natuurbeheer. Dan ontstaat er ruimte voor kringlooplandbouw en een verbetering van dierenwelzijn, de natuur, de bodem en het verdienmodel voor boeren.
Het politieke spel
Na jaren van pappen en nathouden heeft het kabinet gekozen voor een stevig stikstofbeleid. De introductie van dat beleid is erg onhandig de wereld ingeslingerd met als gevolg een volledige mobilisatie van tegenkrachten. Al snel werd het een discussie tussen doven. Het zou enorm helpen als het boek van Erisman en de Vries de basis wordt van de dialoog. Het maatschappelijke debat werd afgelopen weken langzamerhand meer inhoudelijk, totdat Wopke Hoekstra zijn zorgvuldig voorbereide bommetje in de vorm van een interview in het AD lanceerde: de reductiedoelstelling van 2030 is niet meer heilig voor het CDA, het mag ook 2035 worden. Inhoudelijk is de opdracht voor het kabinet nog precies hetzelfde, maar de politieke context is ingrijpend gewijzigd. Het gevolg is dat de discussie in de media is teruggebracht tot voor of tegen uitstel. Mooi voorbeeld Buitenhof van 28 augustus 2022. Caroline van der Plas van de BBB en Tjeerd de Groot van D66 konden hun bekende riedeltjes afdraaien. Presentator Team Huys was alleen maar geïnteresseerd in de politieke consequenties van de ingreep van Hoekstra. De VVD en Christen Unie zijn net als D66 boos over de plotselinge actie van Hoekstra, maar de VVD en de Christen Unie zijn het inhoudelijk eigenlijk wel eens met Hoekstra. Als D66 alleen komt te staan in het kabinet, wat gaat D66 dan doen, wilde Huys weten. Daarop kwam geen duidelijk antwoord van de Groot. Caroline van der Plas had wel een idee: waarschijnlijk een kabinetscrisis. Het kabinet heeft zelf niet direct een oplossing en hoopt op een bezwerende formule van Johan Remkes.
Michiel Verbeek, 28 augustus 2022