Pim Fortuyn en zijn boek ‘De puinhopen van acht jaar Paars’

Op 6 mei 2002 werd Pim Fortuyn in koele bloede op het mediaterrein van Hilversum doodgeschoten. Rond deze datum staan de kranten vol van analyses van dit fenomeen in de Nederlandse politiek. Ik lever mijn bijdrage aan de herinneringen door mijn reactie op het boek ‘De puinhopen van acht jaar Paars’ van Pim Fortuyn uit maart 2002 opnieuw te publiceren.

 

In mei 2002 was ik volop bezig in de verkiezingscampagne als kandidaat voor D66. Ik stond op nummer 10 op de lijst. Er was stille hoop dat Els Borst in het laatste televisiedebat D66 de verkiezingsuitslag nog net in de dubbele cijfers zou weten te brengen. Niet gelukt. D66 viel terug van 14 naar 7 zetels. Nummer 2 op de lijst in 2002, Roger van Boxtel, zou niet terugkeren in de Tweede Kamer. Daardoor kon nummer 8 (Boris van der Ham) door naar de Kamer. In de verkiezingscampagne heb ik door het hele land veel debatten gedaan op scholen. De populariteit van Pim onder scholieren was groot. Voor veel jongeren een politicus die heel anders was dan de doorsnee politici op de televisie. Een die lekker de oude kliek op de hak nam. Maar Fortuyn was ook een politicus met inhoudelijke bijdragen. Hij nam daarmee de leiding in het politieke debat. In maart 2002 heb ik zijn boek ‘De puinhopen van acht jaar Paars’ goed gelezen en van commentaar voorzien.   

 

 

Mijn recensie uit maart 2002:

 

Het is toch altijd beter het boek zelf te lezen dan alleen maar af te gaan op berichten in de media. Het idee dat twee kabinetten van PvdA, VVD en D66 na 8 jaar regeren een puinhoop achter laten wordt in het geheel niet aangetoond in het boek. De opvattingen van Fortuyn hadden ook naar voren gebracht kunnen worden in 1998. Hij had dan waarschijnlijk niet zoveel succes gehad, omdat Paars toen nog heel populair was. Het is niet voor niets dat de paarse coalitiepartijen in 1998 na 4 jaar regeren zetels wonnen! Fortuyn besluit zijn boek met de uitnodiging om te reageren op zijn analyses en zijn voorstellen tot verandering. Hij wil de discussie. Voorts kondigt hij zijn nieuwe boek aan waarin hij verantwoording zal afleggen over 4 jaar uitvoeren van zijn plannen als het hem lukt om in de regering te komen. Het gevoel voor verantwoording spreekt in zijn voordeel. In deze bijdrage behandel ik puntsgewijs een groot aantal onderdelen uit het boek. Opmerkelijk vind ik dat Fortuyn z'n uiterste best doet om nergens bij te horen. Soms denk je dat de man nog veel 'paarser' is dan de kabinetten Kok, soms toont hij zich een reactionaire man die alleen maar het verleden ophemelt en er naar terug verlangt en dan lijkt hij weer de visionair die met creatieve denkbeelden de huidige problemen te lijf gaat. Puntsgewijs behandel ik de hoofdpunten van het boek van Pim Fortuyn:  

1. Vanuit een democratisch oogpunt moet toegegeven worden dat Paars 1 in 1998 heel positief beoordeeld is door de kiezers. De eclatante overwinningen van PvdA en VVD konden toch niet anders uitgelegd worden dan grote steun voor het ingezette beleid! 

2. Fortuyn is tegen interactieve beleidsvorming. Fortuyn schrijft het niet direct, maar toont zich een tegenstander van 'interactieve beleidsvorming'. Bij de interactieve beleidsvorming worden betrokken en belangstellende burgers en maatschappelijke organisaties in een vroeg stadium van beleid gevraagd om mee te denken, mee te ontwikkelen en soms zelfs mee uit te voeren. Voor Fortuyn is dat zonde van de tijd. Daarvoor is de gemeenteraad of het parlement. De interactieve beleidsvorming geeft de mogelijkheid om gebruik te maken van creativiteit en denkkracht uit de samenleving. Het boort de 'intelligentiecapaciteit' van de samenleving aan en het levert draagvlak op als het goed gebeurt. Het proces moet vervolgens wel in duidelijke besluiten afgerond worden.

3. Zijn kritiek op de zorg snijdt hout. Vraag en aanbod in de zorg worden ernstig gefrustreerd door de Oost Europees aandoende methode van budgetteren. In het verleden zijn er diverse pogingen geweest om dit systeem ingrijpend te veranderen, maar werden door met name VVD en CDA om zeep geholpen. Els Borst heeft in de periode 1994-1998 met succes enige rust doen terugkeren in de zorg en heeft zich vooral ingezet voor meer middelen, om vervolgens de budgetten te kunnen verruimen. Hierdoor zouden vraag en aanbod elkaar sneller kunnen vinden! Els Borst was lange tijd een zeer geprezen minister! Iedere keer als ik haar hoor over haar vakgebied dan denk ik altijd dat de zorg bij haar in goede handen is!

4. Halverwege het tweede kabinet Kok heeft Els Borst de voorbereidingen getroffen voor een nieuw zorgstelsel. In de nota 'Vraag aan bod' worden de contouren geschetst. Alle politieke partijen zijn het er over eens dat de aanbodsturing plaats moet maken voor vraagsturing. De heikele discussiepunten zijn: een inkomensafhankele premie of juist niet of toch maar een combinatie, een volledig vraaggestuurd systeem betekent per definitie een open systeem. En wat wel en wat niet in het basispakket?

5. De zorg. Ik steun Fortuyn in zijn analyse dat in de zorg de band tussen zorgvrager en zorgaanbieder door de structuur teveel is doorgesneden. En dat de zorg volgens de principes van de 'oude economie' is opgebouwd. Groot, groter, grootst. Terwijl wij door nieuwe technologieën de principes van 'de nieuwe economie' kunnen binnenhalen. Zijn gedachten over de inzet van ICT zijn zeer interessant. Het biedt de mogelijkheid om kleine plaatsgebonden behandelcentra midden in woongebieden te realiseren en kan ook het ziekenhuis weer worden wat het was, een soort hotel met verpleging, dicht in de eigen woonbuurt. Ook over de ontwikkelingen in de verpleeghuizen en verzorgingshuizen zegt Fortuyn behartenswaardige dingen. Het voorbeeld van het verzorgingshuis naar de menselijke maat, geëxploiteerd door Humanitas geeft goed aan waar hij als politicus naar toe wil. Bij Fortuyn blijft het zorgstelsel ongewijzigd en komt er de eerste 2 jaar niet meer geld bij dan de inflatiecompensatie. Hij denkt het systeem om te gooien door particulier initiatief ruimschoots toe te laten. Zorgvragers kunnen of rechtstreeks bij iedere zorgaanbieder terecht of via de zorgverzekeraar. Hij wil het College Tarieven Gezondheidszorg (CTG) en de Colleges Bouw en Sanering Ziekenhuisvoorzieningen afschaffen. Fortuyn gaat ervan uit dat er geen wachtlijsten meer zullen ontstaan als de markt vrij is om de vraag met adequaat aanbod te kunnen bedienen. Waar geen aandacht voor is in de plannen van Fortuyn is voor welke prijs burgers zich voor welke bijzondere ziektekosten en goede geneeskundige verzorging kunnen verzekeren. Indien de markt volledig vrij gelaten zal worden zal het voor de laagst betaalden in onze samenleving moeilijk worden om een aanbieder te vinden voor de zorg die zij kunnen betalen. D66 ziet ook graag 'de menselijke maat' terug in de zorg en wil ook graag meer macht bij dokters, verpleegkundigen, patiënten en patiëntenorganisaties ten koste van management, zorgverzekeraars en overheidsbureaucraten. D66 wil dit proberen te realiseren door het huidige Oost-Europees aandoende systeem van budgetteren te vervangen door een zorgstelsel met een basisverzekering ter grootte van de huidige AWBZ en het Ziekenfonds voor alle ingezetenen. D66 gaat in haar zorgstelsel uit van een acceptatieplicht bij de zorgverzekeraar en het verbod op een premiedifferentatie anders dan een lagere premie bij meer eigen risico voor het basispakket. Het is dus niet mogelijk dat iemand die een verzekering wil afsluiten meer premie moet betalen omdat de kans groot is dat de persoon in kwestie sneller ziek wordt. Daarin zit de risicosolidariteit van de aanpak bij D66. Een aantal doelstellingen komen overeen, maar de aanpak van D66 lijkt mij met het oog op risicosolidariteit en inkomenssolidariteit te prefereren.

6. De gedachte van een diepgaand onderzoek naar medische consumptie binnen sociale categorieën is niet zo'n gek idee. Uit de ervaringen met het Grote Stedenbeleid is gebleken dat er behoefte is aan het betrekken van de volksgezondheid in de nieuwe ronde.

7. Onderwijs. De eerste bladzijden over onderwijs vond ik gezeur uit de oude doos! Behalve de uitspraak: 'Onderwijs is niet, zoals zoveel onderwijstechnocraten denken, kennisoverdracht, maar vorming’. En het vehikel daartoe is kennisoverdracht!' Daar ben ik het hartsgrondig mee eens. Dat betekent voor Fortuyn als consequentie dat de schaalvergroting teruggedraaid moet worden. Hij moet trouwens niet doen alsof hij dat heeft uitgevonden. Het Kamerlid Ursie Lambrechts van D66 heeft reeds jaren achter elkaar in diverse onderwijsdebatten gewezen op de voordelen van kleinschalige leereenheden. Tussen D66 en Fortuyn zit ook geen verschil waar het gaat om de wenselijkheid van meer vrijheid van scholen en vooral veel meer invloed terug bij docenten. En ophouden met het verplicht opleggen van onderwijssystemen als de basisvorming en het studiehuis. Maar meer vrijheid gaat niet samen met voorstellen om scholen te straffen als ze een klas naar huis sturen, omdat er geen docent is. En ook niet opleggen dat de directeur van een basisschool tenminste drie dagen in de week voor de klas moet staan. Als het lukt dat scholen met meer vrijheid ook meer professionele organisatie worden, is het niet ondenkbaar dat er dan een docent als directeur/leider wordt aangesteld net als op advocaten- en notariskantoren. Het lijkt mij uitgesloten dat je vernieuwing in het onderwijs kan realiseren zonder extra geld. Het wegsnijden van bureaucratie levert op korte termijn alleen maar wachtgeld op. Er ontstaat dus geen ruimte om nieuwe dingen te doen. Daar komt bij dat vrijheid voor scholen niet samengaat met een kruistocht tegen de overmaat van bureaucratie. Mijn voorstel is om scholen te financieren en te laten ontwikkelen in een nieuw systeem, naast het bestaande. De kans is groot dat na verloop van tijd steeds meer scholen de vrijheid van het nieuwe systeem gaan prefereren boven de keurslijf van het oude. Met keurmerken en kwaliteitshandvesten wordt de kwaliteit van het onderwijs in het nieuwe systeem gewaarborgd. In de bestaande onderwijsstructuur moet de financiële bevoordeling van grote scholen worden afgeschaft.

8. Het is grappig om bij Fortuyn fikse anti-crimefighters teksten te lezen.

9. Bolletjesslikkers. Akelig vind ik zijn opvattingen over het wegstoppen van 'bolletjesslikkers' in kooien. De overdreven reactie in dit land over de 'bolletjesslikkers' leidt er alleen maar toe dat bijvoorbeeld het parket in Haarlem overbelast is geraakt. Dat betekent dat veel belangrijkere vergrijpen minder aandacht krijgen.

10. Integratie. De tirade over het mislukken van de integratie is volstrekt misplaatst. Fortuyn is erg gericht op statistieken en feitelijkheden. Als je bedenkt dat de minister van integratiebeleid, Roger van Boxtel, in het Tweede Kabinet Kok in 1998 voor het eerst is begonnen met systematisch integratiebeleid, dan is het volstrekt onterecht om daar zo negatief over te zijn. De inburgeringscontracten voor nieuwkomers bestaan nog maar een paar jaar. Van de nieuwkomers die een cursus Nederlands hebben moeten doen heeft 80% de cursus doorlopen. Dit betekent echter niet dat al die nieuwkomers na die cursus goed Nederlands spreken. Maar wat wil je ook in 600 uur? De ervaringen van nog maar een paar jaar moeten geen aanleiding zijn om de regering het onderste uit de kan te geven, maar om na te denken over meer differentiatie in de inburgeringslessen. Voor een analfabeet is 600 uur veel te weinig. Voor iemand met een universitaire opleiding zou een stoomcursus aan een taleninstituut van de universiteit weleens veel zinvoller kunnen zijn dan de reguliere taallessen zoals die nu gegeven worden. De experimenten bij een aantal ROC's (Regionaal Opleidingen Centra) om taallessen te combineren met een werk- of stageplek is hoopvol, maar is vaak duurder.

11. Politie. Het keihard afrekenen van de politieorganisatie op politieproducten is alleen zinvol als de uitvoering van de producten volledig beïnvloedbaar is door een politiekorps. En dat is vaak niet het geval! Dat neemt niet weg dat een korps gestimuleerd moet worden om zelf indicatoren van succes en efficiency vast te leggen.

12. De voorstellen bij veiligheid over optreden van de politie bij sociale diensten en op de hangplekken van jongeren zijn niet gespeend van stemmingmakerij. Het wordt tijd dat de politie zelf met aansprekende visies en plannen komt op het gebied van het terugdringen van onveiligheid in het publieke domein! Waarom komt de politie niet met een concreet puntenplan naar de politiek toe?

13. Rekening rijden. De afkeer van Fortuyn tegen rekening rijden is duidelijk. Een belangrijk onderscheid met D66. D66 is altijd voorstander geweest van een systeem van rekening rijden. Toen er een beter alternatief voorhanden was, de kilometerheffing, heeft D66 onmiddellijk gepleit om daarop voort te gaan. Aarzelend, maar toch heeft minister Netelenbos D66 gevolgd! Het rekening rijden komt ter sprake bij zijn afkeer tegen wat hij noemt 'autootje pesten' en zijn pleidooi om geld van de kilometerheffing over te hevelen naar investeringen in het doorlichten van containers in de Roterdamse haven en op Schiphol. Als dat gebeurd dan zullen de wachttijden zodanig lang worden dat onze mainports de concurrentieslag met buitenlandse alternatieven gaan missen!

14. WAO. Het ontvangen van een uitkering wordt flink besmet door Fortuyn met de woorden: 'Die ambtenaar vertelt er nimmer bij dat hij daar wel iets voor terug wil hebben, namelijk jouw ziel'. Mensen met lage inkomens hebben het niet makkelijk bij de Fortunisten. Zijn WAO uitkering is uitsluitend ingegeven om geld te besparen op de korte termijn door mensen die zonder wetswijziging in de WAO zouden komen gewoon naar de bijstand te verwijzen. Of iemand nu kanker heeft, een ernstige depressie of een dwarslaesie. Als het niet tijdens het werk is gebeurd dan geen WAO. Wat mij zo mateloos stoort in de huidige discussie over de WAO dat er zo weinig aandacht is voor het zo snel mogelijk helpen van mensen die arbeidsongeschikt raken om wat voor reden dan ook. Zou het niet enorm helpen als de WAO een verzekering wordt waar je snel na het arbeidsongeschikt raken een op maat gesneden traject in kunt gaan, waar je als individu wordt behandeld en waar je zelf invloed hebt op je herstelprogramma. Uit de praktijk blijkt telkens dat juist het verstrijken van tijd vaak de kwaal ernstig bevorderd. Waarom zou men niet bij arbeidsongeschiktheid sneller kunnen beschikken over een Persoonsgebonden budget waarmee men zo snel mogelijk het herstel kan aanvatten?

15. Afschaffen van huursubsidie. Het afschaffen van de huursubsidie is een heel slecht voorstel. Het frustreert de markt van vraag en aanbod van woningen. De keuzemogelijkheden voor mensen met lage inkomens worden weer ingeperkt tot een toegewezen woning! Het huidige systeem is een belangrijk middel tegen gettovorming!

16. De Bijstandsfraude is door Fortuyn weer terug op de agenda geplaatst. Door de gunstige economische ontwikkeling was het aantal bijstandsgerechtigden behoorlijk teruggelopen. Fortuyn maakt niet hard dat er sprake is van een groot probleem. Misschien gaat hier meer om stemmingmakerij!

17. Milieumaatregelen zijn niet nodig. Fortuyn heeft in tegenstelling tot D66 geen behoefte aan milieumaatregelen. In de ogen van Fortuyn levert het alleen maar verhoging van kosten op. Voor D66 is het daarentegen het middel om milieuwaarden een prijs te geven! Een actief klimaatbeleid is bij Fortuyn niet in goede handen. Hij spreekt van het 'heilloze Kyoto' verdrag. In zijn volstrekte afkeer van milieumaatregelen schuilt waarschijnlijk de grootste kloof met D66!

18. Kernenergie. Kernenergie is voor Fortuyn een optie. Voor D66 is dat niet het geval zolang er geen oplossing is voor het radioactieve afval.

19. ICT paviljoens. Zijn gedachte van de ICT-paviljoens in de strijd tegen het drukke woon-werk verkeer komt overeen met plannen van de zogenaamde smart-offices. Zijn idee om het wonen en werken beter bij elkaar te brengen is niet zo eenvoudig. De praktijk wijst dat uit. Werknemers zijn tegenwoordig veel mobieler en in veel huishoudens zijn er twee verdieners en meestal niet bij dezelfde werkgever!

20. Fortuyn is consistent in z'n voorkeur voor kleinschaligheid. Kleine scholen, kleine ziekenhuizen, kleine verzorgingshuizen en ook kleine gemeenten. Ik ben al jaren tegenstander van de van bovenaf opgelegde herindelingen. Dat leidt altijd tot de mobilisatie van tegenkrachten! Vrijwel altijd verspilde energie. Iets anders is gemeenten verleiden tot samenwerking en eventueel tot fusie. Maar om nu het roer 180 graden te draaien en gemeenten te gaan splitsen om uit te komen op 1000 gemeenten is minstens zo zot!

21. Een belangrijke voorwaarde bij privatiseren is dat de organisatie overgeleverd wordt aan een concurrerende markt of de publieke belangen moeten goed gewaarborgd worden. Als dat niet het geval is, dan is privatisering gedoemd te mislukken.

22. Een onderdeel van het milieubeleid is natuurbeleid. Voor Fortuyn is dat een non-issue. Hij schrijft: 'Nieuwe natuurgebieden aanleggen, welke halve zool bedenkt dat?' Bijvoorbeeld D66! D66 ziet graag dat er meer 'belevingsnatuur' komt in Nederland naast huizen, infrastructuur en bedrijventerreinen. Prettig voor mensen om in de buurt gebieden te hebben waar men even rust en natuur kan beleven!

23. Staatkundige vernieuwing. Op het gebied van staatkundige vernieuwing kan D66 niet anders dan blij zijn met de steun van Fortuyn. Het zou prachtig zijn als hij het voor elkaar krijgt om partijen als de VVD en het CDA zover te krijgen dat ze de gekozen minister-president, de gekozen burgemeester, een beperkt districtenstelsel, het referendum, het afschaffen van de Eerste Kamer, een klein kernkabinet en een flinke ploeg onderministers voor elkaar weet te krijgen. De huidige minister van Defensie, de VVD'er de Grave, gaf al openlijk blijk van opschuiven in deze richting op vragen van meester interviewer Felix Rottenberg.

24. Er is soms geen touw vast te knopen bij Pim Fortuyn. De aanbevelingen van de commissie Wallage over communicatie en de inzet van internet zouden bij hem in goede aarde moeten kunnen vallen. Maar nee, hoor, hij wil het rapport zo snel mogelijk in de prullenbak hebben. Hij ziet de voorstellen gericht op betere informatie van de overheid als geldverslindende propaganda. Wat D66 betreft zitten er erg veel goede aanbevelingen in het rapport!

25. Het doel van het de nieuwe vreemdelingenwet was het beperken van de instroom van asielzoekers door een stringent onderscheid te maken tussen politieke vluchtelingen, die wel een kans maken en economische vluchtelingen, waarvoor geen plaats is in Nederland. Wat Fortuyn wil is eigenlijk niet veel meer! Het kabinet Kok is er in geslaagd de instroom fors in te dammen tot ca. 20.000 mensen in 2002, waarvan vrijwel zeker 80% na hun procedure weer weg moeten. Fortuyn kiest op dit terrein niet voor de cijfers, maar voor de beeldvorming. Eerst kwam er jaarlijks een aantal binnen ter grootte van de stad van Almelo. Daarna werd het na vier jaar een stad ter grootte van Groningen. En wat is de werkelijkheid na alle procedures: een buitendorp ter grootte van Glimmen!

26. Keiharde kritiek op Busch. Zeer eens ben ik met Fortuyn's keiharde kritiek op Bush en zijn 'war on terror' en zijn 'war on drugs'.

27. Toen de cijfers over het aantal asielzoekers laag bleken te zijn werden de pijlen gevuurd op de gezinshereniging van nieuwkomers. Ook op dit punt heeft de minister van integratiebeleid beleid gemaakt. Verbieden van het kiezen van je levenspartner druist in tegen de individuele vrijheid, maar de nieuwe gezinsleden moeten wel integreren in Nederland, dus een inburgeringscursus volgen. Eerst op kosten van degene die de partner laat overkomen. Als de cursus helemaal gevolgd is wordt het geld terugbetaald. Wat D66 betreft goed beleid!

28. Het opvangen van asielzoekers in de regio is een algemeen onderschreven uitgangspunt. Het effectueren vergt internationale samenwerking.

29. Integratie van de landmacht, luchtmacht en de marine. De opvattingen van Fortuyn over de krijgsmacht zijn behoorlijk verdraaid in de media gekomen. Hij kiest niet voor het afschaffen van de landmacht en luchtmacht, maar wil een volledige integratie van de drie onderdelen en kiest de Marine als kapstok voor de nieuwe organisatie. Welke problemen hier mee opgelost moeten worden, wordt niet duidelijk!

30. Sociale dienstplicht. Op diverse plekken is Fortuyn erg reactionair en koestert een diep verlangen om terug te gaan in de tijd. De herinvoering van de militaire dienstplicht is hiervan een voorbeeld. Zouden nu werkelijk zoveel van die jongeren die in de peilingen op Fortuyn stemmen zich realiseren dat ze hun vervolgstudie moeten uitstellen voor de militaire dienstplicht of het alternatief van sociale dienstplicht? Het is misschien helemaal niet slecht voor jonge mensen om een tijdje te werken voor de samenleving, maar kan dat niet anders? Zonder teruggrijpen naar oude tijden?

31.  Afschaffen Europees Parlement. Fortuyn is een loyale voorstander van de Europese Unie, maar wil het Europese Parlement afschaffen. Dat is toch gek voor iemand die zegt democratie hoog in het vaandel te hebben? 

Soms denk ik dat ik dat Pim Fortuyn zelf pimpelpaars is en daarom zich zo opwind over het nest waar hij zelf ook warmte aan ontleedt. En soms is hij irritant reactionair. Zijn visie op de kern van het onderwijs en de zorg deel ik, maar bij de zorg heeft hij wat mij betreft onvoldoende oog voor mensen met lage inkomens. Bij het onderwijs mis ik creatieve maatregelen die de overheid moet nemen om scholen de nieuwe weg in te laten slaan. Ik mis visie op een duurzame ontwikkeling en actief milieubeleid. En hij neemt het opzetten van mensen tegen elkaar op de koop toe in zijn hang naar duidelijkheid. Zijn uitspraken over de islam en moslims zijn daarvan een voorbeeld. Zijn persoonlijkheid zal hem ongetwijfeld uiteindelijk zwaar in de wielen rijden, maar politici dienen hem slechts te beoordelen op zijn visies en zijn concrete voorstellen. Dat heb ik geprobeerd te doen.

Michiel Verbeek, maart 2002

 

 

 

 

© 2020 Michelverbeek.nl - webdesign door Landstra & de Groot webdesign